|
|
Veertigdagentijd
Veertigdagentijd
De Goede of Stille Week telt de zeven dagen van Palmzondag tot en met Stille Zaterdag, met Witte Donderdag en Goede Vrijdag. In aanloop naar Pasen neemt de Goede Week van oudsher een belangrijke plaats in. Deze week, ook wel Stille Week genaamd, werd door de christengemeenschap al vanaf de vierde eeuw als bijzonder onderscheiden.
Deze Week staat geheel in het teken van het lijden en sterven van Jezus Christus, en vormt zo een belangrijk onderdeel van het Paasfeest in ruime zin. De Goede Week eindigt tijdens de Paaswake. Die wake vormt de overgang naar de blijde viering van de Verrijzenis op zondag: het eigenlijke Pasen. De Paastijd is dan begonnen, een tijd die na vijftig dagen zal uitmonden in Pinksteren.
Palmzondag, ook wel Palmpasen genoemd, is de laatste zondag van de vastenperiode (de zondag vóór Pasen), vanouds de tweede zondag van de Passietijd, maar vooral belangrijk als eerste dag van de Goede Week.
Op Palmzondag wordt door christenen de blijde intocht van Jezus Christus in Jeruzalem gevierd.
De gebeurtenis staat beschreven in de vier canonieke evangeliën.
Op deze zondag leggen in de protestantse kerken veel mensen openbare belijdenis van het geloof af.
Vaak versieren kinderen een palmpasentak en dragen die na afloop van de kindernevendienst mee terug in de kerk.
Een paasstok heeft de vorm van een kruis als verwijzing naar de kruisiging van Christus op Goede Vrijdag.
Bovenaan zit een gebakken broodje in de vorm van een haan, een broodhaantje, verwijzend naar de drievoudige loochening door de apostel Petrus.
Aan de stok hangen vele kleurige slingers, evenals vruchten en noten.
Witte Donderdag is in de christelijke religie de donderdag direct voor Goede Vrijdag in de Goede Week.
Op Witte Donderdag begint het Triduum Sacrum dat verder bestaat uit Goede Vrijdag en Stille Zaterdag die tijdens de paaswake overgaat in het paasfeest.
Op Witte Donderdag wordt Het Laatste Avondmaal van Christus met zijn apostelen en de instelling van de eucharistie door Jezus herdacht.
De gebeurtenissen staan beschreven in de vier canonieke evangeliën.
De vrijdag na Witte Donderdag wordt 'Goede Vrijdag' genoemd. Op deze dag wordt wereldwijd in kerkdiensten door christenen de kruisiging van Jezus herdacht. De klokken luiden voor aanvang van de dienst niet, als teken van rouw.
Het christendom is met name gebaseerd op het leven en lijden én de opstanding uit de dood van Jezus Christus.
Maar bij alle rouw is er toch ook een beginnende vreugde om wat volbracht wordt.
Dat blijkt ook uit de naam van de dag: 'Goede Vrijdag'.
Het lijdensverhaal en de kruisverering vormen het middelpunt van de plechtigheden.
De gebeurtenissen staan beschreven in de vier canonieke Evangeliën.
Stille Zaterdag is de dag na Goede Vrijdag en de dag voor Pasen.
Het is tevens de laatste dag van de vastentijd, die 40 dagen eerder begon op Aswoensdag.
Stille Zaterdag herinnert aan de periode dat Christus in het graf lag.
In afwachting van de volgende paasmorgen heerst dan in het kerkelijk leven stilte.
Op deze dag herdenkt men de tijd dat Christus in het graf lag en er als het ware een stilte in de wereld optrad.
Het kruis is nu leeg.
Er liggen en staan geen bloemen, kaarsen, of mooie kleden op het altaar of de tafel in de kerk.
De liturgie van de Paaswake begint bij zonsondergang en eindigt bij zonsopgang tijdens de nacht van paaszaterdag op Pasen.
De paaswake is het feest van het licht, het feest van het water en het feest van de vreugde; om Jezus' verrijzenis.
De evangelielezing verhaalt over de nieuwe morgen en het lege graf.
In de paaskaars zijn vijf wierookkorrels in kruisvorm gestoken; zij verbeelden de vijf wonden van Jezus in handen, voeten en hart.
Pasen
Pasen valt jaarlijks tussen 22 maart en 25 april op de eerste zondag (en maandag) na de volle maan na het begin van de lente.
Het christendom is met name gebaseerd op het leven en lijden én de opstanding uit de dood van Jezus Christus.
Pasen is de belangrijkste christelijke feestdag.
De gebeurtenissen staan beschreven in de vier canonieke Evangeliën.
Pasen was vroeger ook een seizoensgebonden landbouwfeest. Het markeerde het begin van de lente en het einde van een tijd van schaarste, die heerste als de voorraden van de winter opraakten.
Veel paasgebruiken zijn afgeleid van dit niet-christelijke lentefeest, zoals het rapen van eieren. Boeren beschouwden eieren als een kiem van kracht.
Ze begroeven ze in hun velden opdat ze hun kracht op de bodem over zouden brengen en voor een goede oogst zouden zorgen.
Later dienden de eieren voor de katholieken ook om na de veertigdaagse vastenperiode (die na de viering van Carnaval begon) weer op krachten te komen.
Met Palmpasen werden de eieren ingezameld.
Pasen is ook een lentefeest.
Na de koude winter waarin alle voedsel van het vorige jaar is opgegeten gaat de natuur opnieuw beginnen.
Dieren krijgen jongen, bomen en bloemen gaan bloeien, kuikens komen uit hun ei.
Het ei is een symbool van nieuw leven.
Overal in de winkels zie je lentekuikentjes en paaseieren, echte, van papier of van chocola.
In sommige landen worden Paasvuren ontstoken: de koude geesten van de winter worden weggejaagd en de lente verwelkomd.
Pesach
De oorsprong van het christelijke paasfeest ligt in de joodse traditie.
Het joodse Pesach (in de christelijke liturgie Pascha) is nauw verbonden met de uittocht uit Egypte, de Exodus.
De viering en herdenking hiervan werd volgens het Bijbelboek Exodus de avond voor de uittocht ingesteld en is de eeuwen door in verschillende vormen bewaard gebleven.
Inherent is het herdenken van de grote daden van God aan het volk Israël.
Hierin ligt het idee van 'bevrijding' besloten.
Dit geldt ook voor het christelijke paasfeest, zij het vanuit een andere invalshoek.
De matzes (ongerezen broden) herinneren aan het joodse Pesachfeest.
Volgens de Thora moesten de joden vlak voor hun vertrek in opdracht van God snel brood bakken zonder daar zuurdesem aan toe te voegen (Exodus 12:8). Deze matzes worden vóór Pasen verkocht door supermarkten en tijdens Pasen gegeten door zowel joden, christenen als niet-christenen.
Pasen - Esther Disveld
Het heldere Licht zien
dat zich losmaakt
van zal het ooit misschien.
De warmte voelen
van de bevestiging dat het kan: Tot leven komen
zoals het groen
dat uit de bomen breekt.
Tot bloei komen met alles waarmee je tot de wereld spreekt.
De beloning van de hoop
dat je aan mag zwellen
als een rivier van liefde en overstromen van vreugde.
De vervulling van het diep gekoesterde verlangen om bemind te worden,
om wie je in alle broosheid bent. Om van betekenis te zijn en
iets te betekenen voor een ander.
Getroffen worden door het besef
dat het goed is zoals het is.
Dat de wezenlijke bron nooit uitgeput raakt noch vergaat.
De vredevolle blik bemerken waarmee wij elkaar kunnen verstaan en
die zoveel ruimte laat
voor een nieuw begin.
Uit: De kracht van kwetsbaarheid. Tandem Felix, Wijchen, 2010.
| terug
|
|
|
|
|
|